Je ziet het in het nieuws: de olieprijs daalt, maar bij de pomp lijkt je pinpas het daar niet mee eens te zijn – een klassiek geval van olieprijs versus benzineprijs. Misschien vraag je je af waarom dat verschil niet verdwijnt, terwijl een vat ruwe olie al maanden goedkoper is. Het antwoord ligt niet in één simpele verklaring, maar in een keten van factoren die elkaar versterken.
Juist daarom is het nodig om verder te kijken dan alleen de prijs van een vat olie. In deze blog ontrafelen we hoe de markt werkt, waarom je nog steeds diep in de buidel moet tasten, en wat er achter die onhandige ontkoppeling schuilgaat.
De olieprijs en de pomp: een scheve koppeling
Lange tijd volgde de prijs van benzine netjes de ontwikkeling van ruwe olie, maar die vertrouwde danspas is verdwenen. Energie-econoom Hans van Cleef noemt het ronduit een ontkoppeling, omdat de verbanden die vroeger vanzelfsprekend waren nu uit de pas lopen.
De realiteit: de prijs van Brentolie daalde van bijna tachtig dollar begin 2023 naar iets boven de zestig dollar. Toch blijft de pompprijs rond de twee euro en zeventien cent per liter hangen, ongeveer gelijk aan eerder dit jaar. Dat voelt alsof je met de handrem aangetrokken versnelt.
Die tegenstelling is geen toeval, maar het resultaat van meerdere krachten die precies op het verkeerde moment inwerken. De route van olie naar jouw tank bevat meer schakels dan je denkt, en juist daar wringt het.
Raffinage is de bottleneck
Volgens Paul van Selms van UnitedConsumers ligt het knelpunt niet zozeer bij de olie zelf, maar in de stap daarna: raffinage. Oekraïense aanvallen op Russische raffinaderijen hebben daar productiecapaciteit beschadigd, met als gevolg minder beschikbare brandstof.
Omdat die benzine wereldwijd verhandeld wordt, voelen ook landen die niet direct uit Rusland kochten de druk. Kopers die normaliter bij Russische leveranciers terechtkonden, vissen nu in dezelfde vijver als iedereen. Minder aanbod op die laag van de keten zorgt ervoor dat prijzen stijgen, zelfs als de grondstof goedkoper is.
Het is alsof je een volle voorraad meel hebt, maar de bakker op de hoek minder ovens kan stoken. De basis is er, het eindproduct is schaarser – en dus prijziger.
Vraag blijft stevig
Tegelijkertijd blijft de wereldwijde behoefte aan brandstof hoog. Naarmate economieën zich herstellen van eerdere handelsspanningen, neemt het verbruik toe. Meer vraag tegen een krapper aanbod: je raadt het al, dat drukt de pompprijs niet omlaag.
De balans is dus scheef: ruwe olie is genoeg aanwezig, maar het aantal liters benzine dat de markt bereikt groeit niet even hard mee. De stap van vat naar vulpistool kost simpelweg meer. Hierdoor merk je als automobilist weinig van die lagere olieprijs. De pomp is het eindstation waar alle eerdere hobbels in de keten samenkomen – en afgerekend worden.
Inflatie werkt door in de hele keten
Inflatie raakt niet alleen het bonnetje in de supermarkt, maar ook de olie- en brandstofwereld. Van Selms wijst erop dat medewerkers in de sector hogere lonen willen wanneer alles duurder wordt. Dat is logisch, maar zichtbaar in de prijs per liter.
Daarbovenop komt geopolitieke onrust die de markt nerveus maakt. Spanningen – onder meer tussen de Verenigde Staten en Venezuela – wakkeren speculatie en voorraadvorming aan, waarmee handelaren risico’s proberen af te dekken.
Die combinatie van kostenstijgingen en onzekerheid houdt prijzen hoog. Zelfs wanneer de ruwe olie goedkoper wordt, blijven deze effecten als blokken op de weegschaal staan.
Nederlandse accijnzen als aanjager
Zelfs als de internationale omgeving kalmeert, blijft tanken in Nederland relatief prijzig. Per januari gaat de accijns op benzine opnieuw omhoog met vijf komma vijf cent per liter. Dat sluit aan bij het doel van Den Haag om elektrisch rijden aantrekkelijker te maken.
Het gevolg voor de automobilist is dat de pompprijs nauwelijks onder de twee euro zakt. Die grens voelt daardoor minder als een bodem en meer als een vast baken.
In dit landschap worden kortingen opvallend scherp, vooral buiten de snelweg. Je kunt daar tientallen centen per liter besparen, al betekent die korting niet dat het totale systeem goedkoper is geworden.
Kortingen met een keerzijde
De strijd om klanten levert recordkortingen op bij lokale stations, vooral weg van de snelweg. Als je bereid bent om een klein ommetje te maken, pak je zo flinke besparingen mee.
Maar korting is nooit gratis. Olie- en brandstofmaatschappijen verwerken die acties in hun marges en verrekenen dat elders. Zo blijft de gemiddelde prijsdruk hoog, ook al voelt het bij de betaalautomaat even prettig.
Het loont dus om slim te tanken, maar verwacht geen wonderen in de totale marktprijs zolang de onderliggende factoren niet veranderen.
De rol van ontkoppeling in je portemonnee
De essentie: de daling van de olieprijs vertaalt zich niet één-op-één naar de prijs aan de pomp. Dat komt door raffinageproblemen, aanhoudende vraag, inflatie, geopolitiek en hogere belastingen. De schakel tussen vat en vulpistool is minder direct dan vroeger.
Hans van Cleef vat het samen als een familieband die flink is afgekoeld. Er is nog wel verwantschap, maar je rekent niet meer op een warm familie-etentje wanneer het bij de bron gezellig lijkt.
Voor jou betekent dit dat nieuws over een lagere olieprijs niet automatisch een reden is om meteen de auto vol te gooien. Het is verstandiger te letten op lokale prijsverschillen en timing dan op de dagkoers van Brent.
Wat kun je zelf doen?
Je kunt niet sturen op geopolitiek of accijnzen, maar je gedrag maakt wel verschil in je uitgaven. Tanken buiten de snelweg levert vaak merkbaar voordeel op, zeker waar concurrentie lokaal stevig is.
Daarnaast helpt het om je moment te kiezen. Houd prijsniveaus in jouw regio in de gaten en vul bij wanneer een station tijdelijk extra scherp prijst. Kleine gewoontes stapelen zich op in harde euro’s per maand.
Zie tanken als een spel van slim kiezen, niet als een vast ritueel op elke tiende streep van de meter.
Quote
”Ze zijn nog steeds verwant, maar de familieband is wel flink bekoeld,” aldus energie-econoom Hans van Cleef over de relatie tussen olieprijs en benzineprijs.
FAQ
Waarom daalt de olieprijs terwijl de benzineprijs hoog blijft?
De prijs aan de pomp wordt niet alleen bepaald door ruwe olie, maar ook door raffinagekosten, vraag in de markt, inflatie, geopolitieke spanningen en belastingen. Die factoren zorgen samen voor een minder directe doorwerking van goedkope olie in de literprijs.
Wat is de rol van raffinaderijen bij de hoge pompprijs?
Raffinage is een knelpunt door beschadigde capaciteit bij Russische raffinaderijen als gevolg van Oekraïense aanvallen. Daardoor is er minder brandstof beschikbaar en stijgen prijzen, ook buiten de regio.
Heeft inflatie invloed op de benzineprijs?
Ja, hogere kosten in de sector – zoals lonen – werken door in de prijs per liter. Tegelijk zetten internationale spanningen handelaren aan tot hamsteren, wat extra prijsdruk geeft.
Waarom is tanken in Nederland extra duur?
Nederland verhoogt de accijns op benzine per januari met vijf komma vijf cent per liter. Daardoor blijft de pompprijs hier relatief hoog en zakt deze zelden onder de twee euro.
Zijn kortingen bij tankstations echt voordelig?
Kortingen buiten de snelweg kunnen tientallen centen per liter schelen en leveren jou direct voordeel op. Houd er wel rekening mee dat maatschappijen deze acties via marges verrekenen, waardoor de algemene prijsdruk hoog blijft.
Bron: AutoReview








