Laadkabels verdwijnen in rap tempo van laadpalen en kosten laadaanbieders miljoenen. Tijd om scherp naar maatregelen te kijken zodat openbare laadinfrastructuur niet het volgende slachtoffer wordt.
Wat speelt er met laadkabeldiefstal en waarom het nu escaleert
Laadkabeldiefstal is van een lokaal irritatieverschijnsel uitgegroeid tot een serieus economisch probleem. In Duitsland bijvoorbeeld lopen de verliezen in de miljoenen euro’s en raakt de laadinfrastructuur flink verstoord.
Kranten en branchepartijen melden dat dieven steeds brutaler te werk gaan; beveiligingsmaatregelen zoals camera’s en speciale kabels bieden onvoldoende tegenwicht. De schade is niet alleen materieel: uitval van laadpunten ondermijnt vertrouwen in elektrisch rijden en levert gemiste inkomsten op voor laadexploitanten.
De impact speelt op meerdere lagen: van tijdelijke sluiting van individuele paaltjes tot hogere verzekeringspremies en herstelkosten voor exploitanten. Voor bestuurders betekent het ongemak en soms extra ritten naar andere locaties, wat de gebruikservaring van EV-rijden aantast.
Naast directe hinder voor gebruikers ontstaat er ook organisatorische druk bij exploitanten: onderhoudsplannen schuiven, vervangingen moeten worden aangestuurd en er ontstaat extra administratie rondom schademeldingen. Dit effect is niet zichtbaar op één dag, maar sluipt er geleidelijk in en kost operationele capaciteit die anders naar uitbreiding of verbetering van het netwerk zou gaan.
Wie roept om actie en welke voorstellen liggen op tafel
Inspire, een belangenvereniging voor partijen in het opladen van EV’s, vertegenwoordigt grote spelers als Aral Pulse, Fastned en Ionity. Die club stuurde een gezamenlijke brief naar het federale ministerie van Transport en het nationale infrastructuurcontroleorgaan met concrete eisen.
De leden pleiten allereerst voor zwaardere straffen. Op dit moment valt het doorsnijden of stelen van een laadkabel meestal onder eenvoudige materiële schade, met een maximale straf van twee jaar of een boete. De branche wil dat dit strafbaar wordt als “schadelijke materiële schade” met een hogere maximale straf van drie jaar of een hogere boete.
Daarnaast vraagt Inspire om een herclassificatie van openbare laadpunten: zie ze als technische installaties of als cruciale werktuigen. Als dat doorgaat, kan de strafmaat verder oplopen tot maximaal vijf jaar cel voor vernieling of diefstal van die infrastructuur. De derde pijler in de brief is een oproep voor gezamenlijk onderzoek: de overheid moet meedenken over aanvullende preventiemaatregelen en standaarden.
Deze voorstellen voegen een juridische laag toe die duidelijkheid zou moeten scheppen over de ernst van de feiten. Voor exploitanten kan zo’n herclassificatie ook meer juridische armslag bieden bij schadeclaims en civiele procedures.
Welke maatregelen zijn al geprobeerd en waarom die onvoldoende bleken
Laadexploitanten hebben niet stilgezeten. Beveiligingscamera’s werden geplaatst, fabrikanten ontwikkelden robuustere kabeltypes en sommige palen kregen sabotagebestendige mechanismen. Er waren zelfs slimme oplossingen getest die kleurstoffen vrijgeven bij beschadiging om diefstal minder aantrekkelijk te maken.
Toch blijken die hulpmiddelen vaak onvoldoende: criminelen vinden manieren om ze te omzeilen of de kosten-batenanalyse maakt het stelen toch lonend. Een kabel levert op de zwarte markt snel geld op, terwijl de directe pakkans relatief laag blijft als detectie en handhaving tekortschieten. Dat verklaart deels waarom de golf van kabeldiefstal doorzet.
In praktijk betekent dat veel trial-and-error; leveranciers passen hardware aan, exploitanten leggen procedurele lagen op en soms volgt een nieuwe ronde van vernieling zodra de dieven een kwetsbaarheid ontdekken. Deze kat-en-muisspel benadrukt dat technische oplossingen alleen niet volstaan zonder effectieve handhaving en marktafmenging voor gestolen materialen.
Bovendien blijkt uit de praktijk dat kosten versus effectiviteit zwaar meewegen: sommige slimme systemen zijn duur in aanschaf en onderhoud, waardoor kleinere exploitanten er niet snel mee aan de slag gaan. Dat zorgt voor een versnipperd landschap waarbij alleen de beter gefinancierde locaties echt kunnen investeren, en de rest kwetsbaar blijft.
Wat betekent dit voor Nederland en lokale laadparken
Hoewel de piek in meldingen momenteel in Duitsland ligt, is de dreiging niet beperkt tot daar. Criminelen verplaatsen zich naar locaties met minder toezicht en waar de pakkans laag is. Nederlandse gemeenten en laadaanbieders doen er dus goed aan om preventief te handelen.
Praktische stappen zijn onder meer het verbeteren van fysieke beveiliging, betere camerabewaking met real-time monitoring en het toepassen van detectiesystemen die abnormale ontkoppelingen of doorsnijdingen meteen melden. Ook administratieve maatregelen, zoals het verplicht registreren van kabels en serienummers, maken het moeilijker om gestolen spullen te verwaarden.
Voor kleinere parkeerplaatsen of wijkladen zijn er eenvoudige, kostenbewuste acties mogelijk: betere verlichting, zichtbare bewegwijzering die afschrikt en het betrekken van buurtpreventie kan al verschil maken. Het draait om het verhogen van de waargenomen risico’s voor daders, niet alleen het verhogen van fysieke weerstand.
Daarnaast helpt kennisdeling tussen gemeenten en exploitanten; het uitwisselen van incidentgegevens en verdachte patronen maakt gerichtere preventie mogelijk. Met een paar praktische afspraken en een centraal meldpunt kunnen lokale partijen sneller reageren en maatregelen koppelen aan concrete risico’s.
Handhaving, publiek beleid en wat er nog nodig is
Strengere wetgeving alleen is geen wondermiddel. Het verhoogt wel de drempel voor potentiële daders, zeker in combinatie met gerichte opsporing en effectieve sanctionering. Daarom is samenwerking tussen publieke instanties, politie, OM en de laadinfrastructuursector cruciaal.
Verder verdient onderzoek naar technologische oplossingen prioriteit: slimme kabels met ingebouwde sensoren, vergrendelingsmechanismen die alleen bij geauthenticeerde voertuigen openen en meer robuuste constructies kunnen de fysieke kwetsbaarheid verkleinen. Ook sociale maatregelen zoals gerichte voorlichtingscampagnes en het aanpakken van de onderliggende handelsketens voor gestolen koper spelen een rol.
Internationale samenwerking is daarbij geen luxe maar noodzaak; grensoverschrijdende handel in gestolen materialen vereist gecoördineerde opsporingsacties en informatiestromen tussen landen. Zonder die afstemming blijft het grootste deel van de winst voor criminelen onaangeroerd.
Belangrijk is dat opsporing niet alleen reactief plaatsvindt; analyses van hotspots en het richten van middelen op herhaalde dadergroepen maken het veel lastiger voor netwerkcriminelen om te gedijen. Dergelijke datagestuurde handhavingsacties vergroten de kans dat investeringen in preventie ook werkelijk renderen.
Conclusies en wat laadeenheden nu zelf kunnen doen
Laadkabeldiefstal is geen kleinigheid meer; het is een bedreiging voor de betrouwbaarheid van openbare laadinfrastructuur en een kostenpost voor aanbieders en gebruikers. De oproep van Inspire om zwaardere straffen en herclassificatie van laadpunten is logisch en kan helpen, mits handhaving mee groeit.
Op lokaal niveau loont het om nu te investeren in fysieke en digitale beveiliging, samenwerking met handhavers en het uitrollen van preventieve technologieën. Een mix van sterker strafrecht, technische innovatie en betere opsporing laat zien dat kabeldiefstal niet langer een gemakkelijke winstbron mag zijn.
Wie laadinfrastructuur beheert, verdient een plan waarmee schade en uitval worden geminimaliseerd. Voor bestuurders en gemeenten geldt: voorbereid zijn loont. Als de boeven hun werk niet meer eenvoudig kunnen verzilveren, worden laadstations weer veilig om te gebruiken en blijft elektrisch rijden aantrekkelijk en betrouwbaar.
FAQ
Hoe herken je een laadpaal die extra kwetsbaar is voor diefstal?
Let op losse of slecht bevestigde kabels, ontbrekende vergrendelingen en slechte verlichting. Een paal zonder camera of met zichtbare schade is vaak een hoger risico.
Welke goedkope stappen kunnen gemeenten nemen om diefstal te beperken?
Verbeter verlichting, plaats zichtbare camera’s of waarschuwingsborden, betrek buurtpreventie en registreer kabels met serienummers. Dit verhoogt de waargenomen pakkans zonder grote investeringen.
Helpt strengere wetgeving tegen laadkabeldiefstal direct bestuurders?
Strengere straffen verhogen de drempel voor daders, maar werken het beste in combinatie met betere opsporing en technische maatregelen. Voor bestuurders betekent het op korte termijn vooral minder uitval en meer betrouwbaarheid.
Bron: Autoblog








