Een groot Amerikaans onderzoek schudt de EV-discussie op: nieuwe elektrische auto’s blijken vaker klachten te hebben dan benzine- of dieselauto’s. Tijd om te kijken wat er precies misgaat en welke merken het beste uit de bus komen.
Samenvatting van het J.D. Power-onderzoek en waarom het telt
Een omvangrijk onderzoek van J.D. Power in 2024 legt bloot dat elektrisch rijden niet automatisch synoniem is met betrouwbaarheid. Het onderzoek verzamelde feedback van nieuwe autobezitters en telde storingen en ergernissen per 100 voertuigen, en de resultaten geven flinke stof tot nadenken.
Belangrijk om te vermelden is dat dit onderzoek breed opgezette data uit de Verenigde Staten gebruikt, inclusief modellen die op de Nederlandse markt niet altijd aanwezig zijn. Dat beïnvloedt de uitkomsten, maar de trends zijn wereldwijd relevant: vooral digitalisering en bediening veroorzaken veel klachten.
Elektrische auto’s: meer problemen buiten de aandrijflijn om
De cijfers spreken boekdelen: nieuwe benzine- en dieselauto’s scoren ongeveer 180 problemen per 100 voertuigen, waar EV’s en PHEV’s rond de 266 problemen per 100 voertuigen uitkomen. Dat verschil is aanzienlijk en zet vraagtekens bij de gebruikservaring van moderne elektrische modellen.
Opvallend is dat de hogere foutentelling zelden rechtstreeks de elektrische aandrijflijn betreft. De meeste problemen hebben te maken met de enorme hoeveelheid elektronische functies, infotainment, software en bedieningsinterfaces die in EV’s worden toegepast. Deze technieken zijn kwetsbaarder en complexer dan veel consumenten verwachten.
Bedieningslogica en meldingen: waar bestuurders op stuklopen
Een terugkerende klacht in het onderzoek gaat over waarschuwingen en signalen in de auto. Bestuurders raken gefrustreerd door constante meldingen, waarschuwingsluidjes of cryptische visuele waarschuwingen op het scherm. Vaak is niet duidelijk waarom precies een alarm klinkt of welke actie vereist is.
Daarnaast is de opmars van touchscreen-centrische bediening een bron van ergernis. Functies die vroeger met fysieke knoppen toegankelijk waren, zitten nu diep weggestopt in menustructuren op het scherm of zijn verplaatst naar onhandige plekken. Dit leidt tot onduidelijkheid bij eenvoudige handelingen zoals richting aangeven of klimaatinstellingen.
De shift naar softwaregedreven functies vergroot niet alleen de kans op storingen, maar beïnvloedt ook de ergonomie en gebruiksvriendelijkheid. In een tijd waarin consumenten snelle, intuïtieve bediening verwachten, is iedere extra seconde zoeken in menu’s een bron van irritatie.
Een extra punt dat vaak terugkomt in reacties is inconsistentie tussen updates: na een software-update kan een menu anders reageren of een knop andere functies hebben. Dat maakt wennen moeilijker en zorgt dat gebruikers soms terughoudend worden met het toepassen van nieuwe functies, uit angst voor onverwachte veranderingen.
Welke merken presteren goed en waarom dat ertoe doet
Voor Nederlandse kopers is het waardevol om te weten welke merken bovengemiddeld scoren. Hyundai en Kia komen er in de J.D. Power-lijst goed uit: respectievelijk rond de 162 en 163 problemen per 100 voertuigen in de onderzochte periode. Dat ligt onder het gemiddelde van het onderzoek, dat op ongeveer 195 problemen per 100 voertuigen staat.
Ook merken als Nissan, Porsche en Lexus laten relatief weinig issues zien, met scores in de range van ongeveer 166 tot 174 problemen per 100 voertuigen. Dat suggereert dat traditionele automerken die geleidelijk digitaliseren vaak betrouwbaarder zijn in gebruiksgemak en afwerking.
Bij pick-upmerken staat Ram opvallend bovenaan met ongeveer 149 problemen per 100 voertuigen. Dit laat zien dat segmentkenmerken en gebruiksprofielen ook een rol spelen: eenvoudiger gebruik en minder complexe infotainment-architectuur drukken de foutencijfers.
Extra aandacht voor aftersales verschilt per merk; fabrikanten die vanaf het begin duidelijke gebruikersinterfaces ontwerpen en die servicepunten trainen op softwareproblemen komen er vaak beter vanaf. Dat vertaalt zich in minder frustratie bij eigenaren, omdat kleine issues snel en begrijpelijk worden uitgelegd.
Merken met hoge foutpercentages: waar gaat het mis?
Aan de andere kant staan enkele fabrikanten met flink hogere aantallen meldingen. Volvo, Audi en Volkswagen zitten rond de 241–242 problemen per 100 voertuigen, terwijl Tesla en Polestar aan de top van de slechte score staan met respectievelijk circa 266 en 316 gemelde problemen per 100 voertuigen.
Bij Tesla en Polestar lijken de problemen vooral te ontstaan door de uitgebreide softwarefuncties, frequente updates en volledig touchscreen-gebaseerde bediening. Dat maakt gebruikers afhankelijk van stabiele software-ecosystemen en zorgt dat kleine bugs of ontwerpkeuzes snel leiden tot veel meldingen.
Bij Polestar verdient opmerking dat het cijfer extra voorzichtig geïnterpreteerd moet worden: er waren onvoldoende respondenten om een volledig representatieve score te garanderen. Toch vormt de hoge meldingendichtheid een signaal dat snel aandacht vraagt.
Het patroon laat zien dat technologische voorsprong niet automatisch gelijkstaat aan gebruiksgemak; een geavanceerd systeem zonder heldere fallback-opties of fysieke knoppen kan juist meer problemen opleveren voor dagelijks gebruik.
Wat betekent dit voor kopers: praktijkadvies en slimme keuzes
Voor wie nu een elektrische of hybride auto overweegt, zijn er praktische lessen uit dit onderzoek. Ten eerste: oordeel niet alleen op specificaties en actieradius, maar check reviews en gebruikservaringen over software, infotainment en bediening. Een compacte actieradius is vervelend, maar een verwarrend bedieningsconcept wordt elke dag zichtbaar.
Ten tweede: let op aftersales en software-ondersteuning. Fabrikanten met frequente, goed uitgelegde software-updates en duidelijke handleidingen verminderen irritatie en lossen kinderziektes sneller op. Ook dealerervaringen en lokale servicepunten zijn belangrijker bij complexe elektronische systemen.
Tot slot: probeer een uitgebreide proefrit waarin alle functies getest worden. Vraag specifiek naar navigatie, voice-control, stuurknoppen, updateschema en hoe waarschuwingen worden weergegeven. Dat geeft een realistische indruk van hoe de auto zich in dagelijks gebruik gedraagt.
Een extra tip is om tijdens de proefrit bewust te checken hoe de auto reageert op dagelijkse routines: telefoon koppelen, radio wisselen, snel de temperatuur aanpassen en het bestuurdersprofiel activeren. Dat laat vaak meer zien dan een korte blokje rijden en geeft direct inzicht in hoe intuïtief het systeem is.
Conclusie: EV’s zijn niet per definitie onbetrouwbaar, maar wel anders
Het J.D. Power-onderzoek laat zien dat elektrische en plug-in hybrides vaker klachten opleveren, vooral door digitalisering en bediening. Dat betekent niet dat elektrische techniek inherent onbetrouwbaar is, maar wel dat ontwerpkeuzes rond software en gebruikersinterfaces cruciaal zijn.
Voor kopers betekent dit: minder focus op alleen de elektromotor en actieradius, meer aandacht voor gebruiksvriendelijkheid, softwarekwaliteit en service. Wie die elementen meeneemt in de keuze, vergroot de kans op een probleemloze rit — en houdt meer tijd over om van het rijden zelf te genieten.
FAQ
Gaan elektrische auto’s echt vaker stuk dan benzineauto’s?
Volgens J.D. Power laten EV’s meer meldingen zien, maar veel problemen zitten in software, infotainment en bediening, niet in de aandrijflijn zelf. Hardware voor rijden blijft meestal betrouwbaar.
Waar moet op gelet worden bij een proefrit van een EV?
Test alle digitale functies: navigatie, voice-control, klimaat en snelkoppelingen. Vraag hoe software-updates werken en controleer hoe waarschuwingen worden weergegeven tijdens de rit.
Helpt aftersales bij het verminderen van klachten?
Ja. Fabrikanten met duidelijke handleidingen, goed getrainde dealers en voorspelbare updateprocedures lossen kinderziektes sneller op en geven meestal minder frustratie bij eigenaren.
Bron: J.D. Power








