Elektrische auto’s winnen terrein in Nederland, maar hoe duidelijk is die voorsprong echt op straatniveau? Je hoort vaak dat nieuwe registraties massaal elektrisch zijn, terwijl het dagelijkse beeld nog vooral benzine- en hybrideauto’s laat zien.
Precies daar wringt het voor veel bestuurders: wat zegt die instroom over het totale wagenpark en waar staan we nu? Het is nuttig om de verhoudingen te kennen, want keuzes over aanschaf, onderhoud of laden hangen hier direct mee samen.
In deze blog lees je hoe groot het elektrische aandeel is, hoe de rest is verdeeld en welke verschuivingen er gaande zijn.
Waar staat het wagenpark nu
Nederland telde op 1 januari van dit jaar 9.621.272 personenauto’s in totaal. Dat zijn er 207.580 meer dan een jaar eerder, wat neerkomt op een toename van 2,2 procent. Die groei is niet nieuw, want een jaar eerder lag de stijging rond hetzelfde niveau.
De totale basis groeit dus rustig door, terwijl de mix in aandrijflijnen verschuift.
Binnen die 9,6 miljoen auto’s vormt volledig elektrisch inmiddels ruim 6 procent. In aantallen gaat het om 587.191 elektrische auto’s die op de weg stonden aan het begin van dit jaar. Dat zijn 24.874 extra EV’s ten opzichte van een jaar eerder.
Oftewel: het elektrische aandeel zet zijn opmars voort, maar de grote meerderheid rijdt nog anders.
Elektrische auto’s in verhouding
Het aandeel elektrische auto’s in het totale wagenpark kwam uit op 6,1 procent. Vergeleken met 1 januari 2024 is dat een plus van 1,19 procentpunt. Het jaar daarvoor (begin 2024 versus begin 2023) was de stijging 1,22 procentpunt.
De lijn is duidelijk: gestaag omhoog, zonder sprongen die je van de ene op de andere dag op elke straathoek merkt.
Dat 6,1 procent elektrisch is, betekent dat bijna 94 procent nog een verbrandingsmotor heeft of hybride is. Dat contrast voelt soms groter dan de showroom doet vermoeden, zeker als je in een straat woont waar net drie nieuwe EV’s staan te laden.
Toch laten de cijfers zien dat het nog even duurt voordat elektrisch echt het grootste stuk van de taart pakt.
Trends tussen 2020 en 2025
Als je over vijf jaar kijkt, dan is de groei forser dan hij op het eerste gezicht lijkt. Tussen 2020 en 2025 kwamen er bijna 480.000 elektrische personenauto’s bij in Nederland. Het aandeel EV’s steeg in die periode met bijna 5 procentpunt.
Dat is geen rimpeling, maar een duidelijke verschuiving in de samenstelling van het wagenpark.
De opmars zie je ook in de jaartallenreeks van 2018 tot en met 2025. Van 21.032 elektrische auto’s in 2018 (0,25 procent) naar 587.191 in 2025 (6,1 procent) is een stevige klim. Elk jaar werd de basis breder, met een extra versnelling in de laatste jaren.
De groei is dus niet alleen zichtbaar, maar ook volgehouden.
Benzine neemt stap terug
Auto’s met uitsluitend een benzinemotor leverden terrein in. Het aandeel daalde met bijna 2,5 procentpunt in vergelijking met 2024. De grootste verandering daarvan komt terug bij hybrides, die in procentpunten ongeveer evenveel wonnen.
Dat loopt niet één-op-één via een schuifpaneel, maar het effect is op hoofdlijnen wel duidelijk.
In aantallen staan benzineauto’s nog altijd massaal op de oprit. Toch duwt het succes van hybride en elektrisch het benzineblok langzaam naar een kleiner stuk van de taart.
Je ziet het niet meteen in elke parkeervakrij, maar de pijl wijst omlaag.
Diesel krimpt verder
Diesel verdwijnt gestaag in het personenautosegment. Begin dit jaar reden er nog ongeveer 701.416 dieselauto’s rond, goed voor 7,2 procent van het wagenpark. Vijf jaar terug, in 2020, waren dat nog 1,25 miljoen stuks.
Dat is een terugloop waar je geen vergrootglas voor nodig hebt.
Die daling is niet nieuw, maar zet jaar op jaar door. De categorie schuift op naar een bijrol, terwijl andere aandrijflijnen het podium delen.
Met andere woorden: de dieselpomp krijgt het steeds rustiger.
Hybrides pakken momentum
Hybrides zijn de snelle stijgers van dit moment. Het aandeel van hybride aandrijflijnen groeide met 2,5 procentpunt tot 11,5 procent. Binnen die groep sprongen vooral plug-in hybrides en mild-hybrides eruit qua aanwas tussen 2024 en 2025.
Ook de conventionele hybride won in absolute aantallen flink terrein.
De verdeling binnen het hybridepark laat het tempo zien:
- Mild-hybride klom van 212.074 naar 285.669, een plus van 35 procent.
- Hybride (zonder stekker) steeg van 355.767 naar 420.126, een groei van 18 procent.
- Plug-in hybride ging van 275.540 naar 393.787, goed voor 43 procent groei.
Range extenders vormden de uitzondering en namen iets af. Een kleine categorie, maar wel illustratief dat niet elke oplossing dezelfde wind in de rug heeft.
De rest zet namelijk flinke stappen vooruit.
De volledige verdeling per aandrijflijn
Zet je alles naast elkaar per 1 januari 2025, dan ziet het plaatje er zo uit: benzine komt op 7.120.832 auto’s, goed voor 74 procent. Diesel staat op 701.416 en neemt 7,2 procent voor zijn rekening.
LPG komt uit op 94.229 auto’s, wat neerkomt op 1 procent.
De geëlektrificeerde kant: hybrides vormen 1.105.598 auto’s en dus 11,5 procent. Volledig elektrische personenauto’s tellen 587.191 stuks, samen 6,1 procent.
Kleinere categorieën als CNG (0,8 procent) en waterstof (0,007 procent) vullen de rest aan, met nog enkele minieme segmenten.
Wat betekenen deze verschuivingen
Voor jou als bestuurder schetsen de cijfers een overgangsfase. Nieuwe registraties sturen op elektrisch, maar het bestaande wagenpark draait nog grotendeels op benzine en hybride.
Verwacht dus niet dat iedere woonwijk morgen enkel laadkabels in beeld heeft. De omslag is zichtbaar, alleen niet instant.
Tegelijkertijd laat de groei bij plug-in hybrides en volledige hybrides zien dat veel rijders kiezen voor een tussenstap. Dat kan logisch zijn als je rijpatroon wisselend is of je nog graag op lange ritten zonder planning wilt rijden.
Zie het als een tussenstap naar volledig elektrisch, zonder meteen in het diepe te springen.
Actuele context in één oogopslag
De conclusie uit de data is helder: elektrisch groeit stabiel door, maar is nog geen meerderheid. Hybrides zijn het drukst op weg naar voren, benzine schuift terug en diesel verliest hard.
En ja, die 6,1 procent klinkt klein, maar vergeleken met 2018 is het een sprong van formaat.
Toch blijft het dagelijkse beeld gemengd, en dat is precies wat je op de weg ziet. Eén straatje verder staat de hele ontwikkeling samengevat: een plug-in op de oprit, een benzine-klassieker onder de carport en een stille EV aan de laadpaal.
Herkenbaar? Precies dat is het Nederland van nu.
Quote om over na te denken
”Een wagenpark veranderen is geen sprint op het rechte stuk, maar een lange etappe met veel bochten.”
Praktische vragen die je jezelf kunt stellen
- Past jouw rijpatroon bij volledig elektrisch, of sluit een hybride beter aan?
- Hoe vaak kun je thuis of op werk laden, en wat betekent dat voor je keuze?
- Vind je het prettig om nu al volledig om te schakelen, of kies je voor een tussenfase?
FAQ
Hoe groot is het aandeel elektrische auto’s in Nederland?
Elektrische auto’s vormen 6,1 procent van het Nederlandse personenautopark, wat neerkomt op 587.191 auto’s op 1 januari van dit jaar.
Hoe ontwikkelde het aandeel elektrische auto’s zich het afgelopen jaar?
Ten opzichte van 1 januari 2024 steeg het aandeel met 1,19 procentpunt, na eerder een stijging van 1,22 procentpunt tussen begin 2023 en begin 2024.
Hoe ziet de verdeling naar aandrijflijn er nu uit?
Benzine is met 74 procent het grootst, gevolgd door hybride met 11,5 procent, diesel met 7,2 procent en volledig elektrisch met 6,1 procent; kleinere categorieën zoals LPG en CNG vullen de rest aan.
Wat valt op binnen het hybride segment?
Mild-hybrides en plug-in hybrides groeiden het sterkst tussen 2024 en 2025, terwijl conventionele hybrides eveneens in aantal toenamen en range extenders licht daalden.
Hoe ontwikkelde diesel in de afgelopen jaren?
Diesel daalde naar 7,2 procent van het wagenpark, met begin dit jaar ongeveer 701.416 auto’s, terwijl er in 2020 nog 1,25 miljoen dieselpersonenauto’s waren.
Bron: RAI Vereniging en Bovag








