De auto-industrie bevindt zich in een unieke positie: betaalbare auto’s, ooit de ruggengraat van de Europese wegen, dreigen te verdwijnen. Denk aan iconen zoals de Citroën C1 en de Opel Agila. Deze modellen waren voorheen makkelijk toegankelijk, maar nu lijken ze een zeldzaamheid.
Het is tijd dat we begrijpen waarom dit gebeurt en wat eraan gedaan kan worden, vooral gezien de vele consumenten die eenvoudigweg niet het budget hebben voor voertuigen boven de veertigduizend euro.
Laten we eens kijken naar de uitdagingen en kansen die zich op de Europese automarkt voordoen voor het herintroduceren van het A-segment onder de twintigduizend euro.
De terugkeer van betaalbare modellen
Het primaire probleem waar de industrie mee te maken heeft, is dat er nog maar weinig modellen onder de vijftienduizend euro te vinden zijn. Slechts één model valt momenteel binnen deze prijsklasse, terwijl er vijf jaar geleden bijna 49 keuzes waren.
Deze transitie is dramatisch voor zowel fabrikanten als consumenten. Een belangrijke stem binnen deze discussie is Stellantis, dat pleit voor betaalbaardere auto’s en wil dat de Europese Unie de veiligheidsregels herziet. Het A-segment moet terugkeren met gemak en betaalbaarheid als kernwaarden.
Stellantis ziet belangrijke mogelijkheden voor een rentree van het A-segment. Door soepelere regels en haalbare prijsstellingen te hanteren, hoopt het merk auto’s op de markt te kunnen aanbieden voor minder dan vijftienduizend euro.
Dit is vooral belangrijk om de brug te slaan tussen behoefte en betaalbaarheid in een markt waar de prijs van compacte auto’s vaak beperkend is.
Veiligheid vs. betaalbaarheid
Een van de grote struikelblokken in de productie van betaalbare auto’s is veiligheid. Natuurlijk is veiligheid in auto’s cruciaal, maar de kosten hiervan maken het bijna onmogelijk om compacte auto’s te maken die ook betaalbaar zijn.
Imparato, een belangrijke speler binnen Stellantis, stelt voor dat Europese beleidsmakers de focus moeten verleggen van strikte veiligheidsreguleringen naar betaalbaarheid. Daarbij wordt de exclusieve focus op elektrische voertuigen losgelaten.
Met flexibele productieregels en bijvoorbeeld een lagere maximumsnelheid, zouden goedkopere en kleinere auto’s weer op de wegen te zien kunnen zijn. Neem een maximumsnelheid van honderdtien kilometer per uur – ideaal voor stedelijke gebieden waar de vraag naar compacte elektrische voertuigen en hybride modellen hoog is.
Kosten en productieregels
Om het A-segment winstgevend te maken, is een herziening van specifieke regels nodig. De productie en homologatie van kleinere modellen brengen, opmerkelijk genoeg, meer kosten met zich mee dan grotere voertuigen.
Met de nodige herziening hoopt Stellantis dat de balans tussen kost en verkoopprijs haalbaar blijft. De optie om lagere snelheidslimieten toe te staan, biedt hoop. Steden zijn toch al pioniers op het gebied van duurzame mobiliteit, en elektrische voertuigen passen hier prima in.
Een toekomst waarin betaalbare voertuigen zonder snelheidsovertredingen de norm zijn, is een droom die dichterbij lijkt te komen. Zolang de productie- en homologatiekosten in balans blijven, kan toegang tot betaalbare auto’s realistischer zijn dan voorheen.
Elektrische en hybride toekomst
Terwijl we ons richten op het terugbrengen van compacte auto’s, kijkt Stellantis verder dan de horizon. Het spreekt zich uit over plannen om de huidige wetgeving aan te passen, vooral met betrekking tot de seismische overgang naar uitsluitend elektrische voertuigen die in 2035 gepland staat.
Het alternatief? Diesel-hybride modellen die hun CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen. Zo worden de voordelen van elektrische voertuigen benut zonder volledig over te schakelen op een elektrisch wagenpark.
Dit argument gaat zelfs verder dan alleen betaalbare auto’s. Imparato benadrukt ook dat schone benzinemotoren oude voertuigen kunnen vervangen met minder uitstoot. Het vernieuwen van ouderwetse wagenparken kan zelfs helpen om milieuvriendelijker te zijn.
De relevantie van Europese batterijproductie
Om deze uitdagingen te navigeren, is samenwerking noodzakelijk. Een van deze samenwerkingen is het versterken van de Europese batterij-industrie.
Omdat de zoektocht naar nieuwe markten verbonden is aan productie, kan vertrouwen op binnenlandse productie zorgen voor meer controle en stabiliteit. We hoeven niet volledig afhankelijk te zijn van Chinese leveringsketens.
Afhankelijk zijn van buitenlandse leveranciers brengt risico’s met zich mee. Een sterke, zelfvoorzienende Europese industrie biedt stabiliteit en ruimte voor innovatie. De concurrentiepositie van Europa kan hierdoor verder versterkt worden, zowel in prijs als in beschikbaarheid.
FAQ
Zal de vraag naar kleinere auto’s blijven groeien?
Ja, voornamelijk in stedelijke gebieden waar efficiëntie en lage kosten de prioriteit hebben.
Waarom zijn betaalbare auto’s nu zo zeldzaam?
Strenge veiligheidsvoorschriften en de overgang naar elektrische voertuigen hebben de kosten voor betaalbare auto’s verhoogd.
Hoe kunnen de prijzen voor auto’s omlaag?
Herziening van veiligheids- en productieregels kan helpen om de kosten van compacte modellen te verlagen.
Waarom is steun voor batterijproductie essentieel?
Zonder buitenlandse leveranciers, zoals China, te moeten betrekken, krijgt Europa stabiliteit en innovatie binnen de industrie.
Welke oplossingen zijn er voor goedkopere bedrijfsvoertuigen?
Diesel-hybrides kunnen de CO2-uitstoot verminderen en bieden een alternatief voor volledig elektrische voertuigen.
De roep om betaalbare auto’s is sterker dan ooit. Producenten als Stellantis drijven deze veranderingen en streven naar betaalbare mogelijkheden die consumenten aanspreken zonder op veiligheid in te boeten. Richting de toekomst van stedelijke mobiliteit, denkt de industrie voorbereid te zijn, op voorwaarde dat regelgeving meebeweegt. Bereid je voor om de wegen te heroveren met voertuigen die niet alleen bij de tijd maar ook bij jouw budget passen.
Bron: Autoweek
