In Europa schuift 2026 ongemerkt dichterbij en daarmee ook de hete discussie over het verbod op nieuwe niet-elektrische personenauto’s in 2035. De verruiming van Europese regels staat opnieuw op de agenda. Veel automobilisten vragen zich af: blijft er keuzevrijheid, of wordt er strak aan het elektrisch rijden vastgehouden?
Het onderwerp is ineens weer actueel omdat de Europese Commissie de klimaatdoelen voor personenauto’s eerder dan gepland onder de loep neemt. In dit stuk lees je wie aan de rem trekt, wat er precies in die brief staat en waarom 2035 niet langer een vaststaand eindstation lijkt.
Wie zet de rem erop
Zes lidstaten hebben gezamenlijk een brief ondertekend en rechtstreeks naar Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gestuurd. Het gaat om Polen, Hongarije, Slowakije, Italië, Tsjechië en Bulgarije, die hiermee een duidelijk signaal afgeven richting Brussel.
Hun oproep is simpel samen te vatten: laat het niet bij een absoluut verbod, maar maak ruimte in de regels na 2035. De boodschap is niet nieuw voor vijf van deze landen, maar Polen voegt zich nu nadrukkelijk in dit kamp.
In de kern vragen ze om heroverweging van het verbod op nieuwe niet-elektrische personenauto’s. Zij willen opties openhouden, juist als het gaat om aandrijfvormen die niet volledig elektrisch zijn. Denk aan oplossingen die de overstap kunnen verzachten en meer tijd geven aan industrie en consument. Daarmee schuiven ze het idee naar voren dat één pad voor heel Europa te strak kan zijn.
Wat staat er in de brief
De brief stelt dat de concurrentiepositie van Europese autobouwers onder druk staat. Volgens de ondertekenaars is het risico reëel dat fabrikanten in Europa het moeilijker krijgen als de regels te rigide blijven.
Hun redenering: een strakkere norm is niet automatisch een sterkere marktpositie. Dat sentiment klinkt door als een waarschuwing, niet als een afscheid van verduurzaming.
Ook staat in de brief dat er geen wondermiddel bestaat om het volledige wagenpark snel en volledig te vergroenen. Met andere woorden, er is niet één magische route die voor alle landen en alle segmenten werkt.
De zes landen kiezen daarmee voor een benadering die meer variatie toelaat. Zij bepleiten daarom expliciet een verruiming van de regels.
Alternatieven na 2035
Concreet vragen de regeringsleiders ruimte voor aandrijfvormen die niet honderd procent elektrisch zijn. Ze noemen daarbij plug-in hybrides en elektrische auto’s met een range extender als voorbeelden.
Hun argument: deze technologieën kunnen een brug vormen, vooral waar infrastructuur of kosten nog een drempel zijn. Het voorstel is dus geen stop op verandering, maar een andere versnellingskeuze.
Door hybride varianten niet uit te sluiten, blijft er flexibiliteit binnen het beleid. Juist die knik in de bocht kan volgens hen de transitie stabieler maken. Het idee is dat je daarmee meer mensen meeneemt, zonder iedereen in hetzelfde tempo te laten rennen. Een trein met meerdere wagons komt immers ook gezamenlijk aan.
Waarom nu de druk oploopt
De timing is geen toeval: de Europese Commissie bekijkt de CO2-regels voor personenauto’s eerder dan gepland. Daardoor is het nu hét moment om sturing te geven aan de koers richting 2035. Landen die twijfelen aan een totale omslag zien de deur op een kier staan. En als het raam open gaat, komt er vanzelf meer geluid naar binnen.
Daarnaast speelt mee dat het jaartal 2026 als controlestap dichterbij komt. Dat tastbare meetpunt maakt de discussie minder theoretisch. Als de klok hoorbaar tikt, wordt de toon van het debat vaak scherper. Die spanning voel je terug in de brief en in de reacties daaromheen.
Wie sluiten zich aan
De groep in de brief bestaat uit zes landen: Polen, Hongarije, Slowakije, Italië, Tsjechië en Bulgarije. Vijf daarvan lieten eerder al weten moeite te hebben met een hard verbod in 2035. Polen sluit nu nadrukkelijk aan bij dat geluid. Daarmee wordt het koor luider, al is het nog geen meerderheid.
Ook buiten deze groep klinken twijfels. Uit Duitsland komen zorgen over de houdbaarheid van het verbod. En in Nederland heeft de Tweede Kamer aangegeven geen voorstander te zijn van een keihard verkoopverbod in 2035. Het thema beperkt zich dus niet tot één hoek van Europa.
De inzet voor autobouwers
De Europese autobranche staat midden in een grote omslag. Fabrikanten moeten kostbare keuzes maken: platformen, batterijen, software en productieketens. Als de marktregels veranderen, verandert hun rekensom mee. Het is dan logisch dat landen wijzen op concurrentievermogen als scharnierpunt.
Volgens de zes ondertekenaars dreigt een nadeel ten opzichte van andere regio’s. Dat raakt niet alleen fabrikanten, maar ook toeleveranciers en banen. De vraag die boven de markt hangt: hoeveel ruimte is er nodig om innovatief én concurrerend te blijven? Het antwoord op die vraag bepaalt hoe hard de rem of juist het gas wordt aangetikt.
Wat betekent dit voor jou
Vraag je je af wat jij hier concreet van gaat merken? Voorlopig verandert er niets aan de showroomvloer, maar het debat bepaalt wel het aanbod van morgen. Als er meer flexibiliteit komt, kan de keuze tussen volledig elektrisch en tussenvormen groter blijven. Dat kan prettig zijn wanneer je woon-werkpatroon of laadtoegang niet ideaal is.
Aan de andere kant: als het verbod grotendeels in stand blijft, sturen fabrikanten sneller op volledig elektrisch. Dat maakt het aanbod simpeler, maar ook minder divers. Welke variant het wordt, hangt mede af van hoe Brussel de herziening vormgeeft. Daar kijkt de hele sector argwanend naar.
Politiek en publiek debat
De brief aan Ursula von der Leyen zorgt voor een nieuwe ronde in het politieke debat. Lidstaten leggen accenten die passen bij hun nationale situatie en industrie. Het gevolg is een bont palet aan wensen en voorwaarden. Een beetje zoals een teammeeting waar iedereen zijn eigen agenda meebrengt.
De boodschap van de zes is niet om de stekker eruit te trekken, maar om de route te verbreden. Zij willen dat het beleid ruimte laat voor verschillende technologieën na 2035. Dat past bij de gedachte dat beleid zowel ambitieus als uitvoerbaar moet zijn. En precies daar schuurt het in de praktijk.
De rol van de Europese Commissie
Omdat de Europese Commissie de regels eerder herziet, ligt de bal nu in Brussel. De commissie kan de koers bevestigen of de lijnen verleggen. Dat maakt deze periode beslissend voor fabrikanten, overheden en de markt. Wat nu op papier komt, stuurt de ontwikkeling van het komende decennium.
De brief van de zes landen is een poging om die pen te beïnvloeden. Zij zetten in op versoepeling, niet op afstel. Of die inzet slaagt, hangt af van politieke verhoudingen en de analyse van de commissie. Voor jou als automobilist is het vooral afwachten welke keuzevrijheid straks overblijft.
Wat je nu kunt doen
Je hoeft niet stil te zitten terwijl Brussel wikt en weegt. Bedenk welk type aandrijving past bij jouw rijpatroon en budget. Maak een realistische vergelijking tussen volledig elektrisch en hybride, ook met het oog op toekomstige veranderingen. Zo blijf je zelf aan het stuur, los van het politieke parcours.
- Zet je laadmogelijkheden thuis en op je werk op een rij.
- Kijk naar je jaarlijkse kilometrage en het aandeel snelweg versus stadsverkeer.
- Vergelijk totale eigendomskosten, inclusief onderhoud en energie.
”Er is geen wonderoplossing – precies daarom willen zes landen dat het beleid na 2035 meerdere routes toelaat.”
FAQ
Wat houdt de verruiming van Europese regels precies in?
De zes landen willen dat na 2035 niet alleen volledig elektrische auto’s zijn toegestaan, maar ook alternatieven zoals plug-in hybrides en elektrische modellen met range extender.
Waarom sturen deze landen de brief nu?
De Europese Commissie herziet de CO2-plannen voor personenauto’s vervroegd, waardoor dit het moment is om invloed uit te oefenen op de koers richting 2035.
Welke landen vragen om aanpassing van het 2035-verbod?
Polen, Hongarije, Slowakije, Italië, Tsjechië en Bulgarije hebben de brief ondertekend en vragen om verruiming van de regels.
Wat is het belangrijkste argument van de zes landen?
Zij wijzen op de druk op de concurrentiepositie van Europese autobouwers en stellen dat er geen enkelvoudige, snelle oplossing bestaat om het volledige wagenpark te vergroenen.
Is er ook kritiek buiten deze zes landen?
Ja, uit Duitsland klinken zorgen over het verbod en in Nederland heeft de Tweede Kamer aangegeven geen voorstander te zijn van een strikt verkoopverbod in 2035.
Bron: ENR








